Moderne
problemen vragen om moderne oplossingen. Toch moeten gemeentes zorgvuldig een
balans zoeken tussen enerzijds het benutten van technologieën en anderzijds het
gebruiken van het boerenverstand. De problemen van nu zijn enkel aan te pakken
door beide te combineren, de eigen aannames voortdurend te toetsen en creatieve
benaderingswijzen te durven toepassen.
Vorige maand maakte
minister Dilan Yesilgöz (Justitie en Veiligheid) bekend dat er 13 miljoen euro
extra vrijkomt om Nederlands grootste logistieke knooppunten weerbaarder te
maken tegen internationale drugssmokkelaars. Zo moeten ‘slimme camera’s’
middels biometrische controles de toegang tot onder meer de Rotterdamse haven
en Schiphol beperken. Het geld is daarnaast bestemd voor de training van medewerkers
in het herkennen en melden van criminele activiteiten. Dat is een goede zaak,
want de inzet van dergelijke camera’s moet niet ten koste gaan van het eigen
logisch redeneren.
Windhappers
Daarbij is het van
belang om buiten de gebaande paden te durven gaan. Zo zijn collega’s van de
Belastingdienst, douane en gemeente Rotterdam wel eens op het terras bij elkaar
gaan zitten, om kritisch te kijken naar vanzelfsprekendheden die wellicht onder
de radar bleven. Soms waren deze immers heel logisch, maar je moest er wel aan
denken, over praten én naar handelen.
Zo moeten in de
haven natuurlijk direct alle alarmbellen gaan rinkelen wanneer een windhapper
een container invoert, ook als de computer hier niet op aanslaat. Windhappers,
de term zegt het al, lijken van de wind te leven. Op papier hebben zij geen
inkomen, maar tegelijkertijd leiden zij een leven dat daar niet mee in
verhouding lijkt te staan. Je hoeft geen genie te zijn om te bedenken dat een
dergelijke container op zijn minst het controleren waard is, ook al wijst de
kunstmatige intelligentie deze niet ter inspectie aan.
Boerenmiddelen en -tactieken
Gemeentes moeten bovendien niet alleen vertrouwen op hun boerenverstand, ook kunnen zij putten uit het arsenaal van boerenmiddelen en -tactieken. Een praktisch voorbeeld is de aanpak van ongeoorloofde samenkomsten in stadsparken en buitengebieden, die leiden tot geluidsoverlast, intimidatie en overmatig alcohol- en drugsgebruik. Nu de lockdowns voorbij zijn en hopelijk tot het verleden behoren, moeten gemeentes alert zijn op mogelijke compensatiedrang. Er zijn immers een hoop gemiste feesten in te halen.
Het ontbreekt
gemeentes echter vaak aan mensen en middelen om locaties fysiek af te sluiten,
laat staan dat zij daar de intentie toe hebben. Daarom moeten zij op andere
manieren voorkomen dat er wordt gefeest op plekken waar dat voor omwonenden en
de natuur onwenselijk is. De eenvoudigste manier is om locaties simpelweg
onaantrekkelijk te maken. Stort mest onder een viaduct waar het de voorbije
weken elke avond raak was. Of zet een weiland dat geregeld als ‘feestlocatie’ dient
onder een dun laagje water, desnoods onder voorwendsel van een
brandweeroefening. Dat geeft de brandweer meteen gelegenheid om de waterpompen
te testen. Mooi meegenomen.
Gegarandeerd dat de
feestgangers op zoek gaan naar een andere plek. Daar kunnen zij al dan niet op
eenzelfde onthaal rekenen, afhankelijk van of zij anderen tot last zijn of
niet.
Alle beschikbare middelen aanwenden
Vaak is de
werkelijkheid gecompliceerder en ook in voorgaande voorbeelden zal dat zeker het
geval zijn. Toch is het aan gemeentes om de problemen van nu aan te pakken met
alle beschikbare middelen. En waarom moeilijk doen, als het makkelijk kan?