Herkennen van ondermijning: een goed begin is maar de helft

Ondermijning blijkt voor velen in de praktijk moeilijk te herkennen: “Ik heb regelmatig het gevoel, hier klopt iets niet, maar dan weet ik niet precies wat.” Een gemiste kans en in de signalering is dan ook nog veel te winnen.

Gemeenten en politie proberen daarom meer mensen bloot te stellen aan signalen van ondermijning. Voorgaande quote tekende het AD bijvoorbeeld op uit de mond van een WMO-consulente van wooncorporatie Alwel. Zij bezocht met collega’s een doodnormaal Roosendaals rijthuishuis, waarin de politie 22 signalen van ondermijning had nagebootst. Van een overdaad aan flessen gootsteenontstopper om ghb mee te maken en een anijsgeur die typisch is voor xtc, tot een Louis Vuitton-tas in de kast, een opvallend dure Mercedes op de oprit en een vuurwapen onder een knuffelbeer.

Even begrijpelijk als veelzeggend is de reactie van de WMO-consulente op het aantreffen van enkele stempels, waarmee logo’s op xtc-pillen worden gedrukt: “Dat heb ik nooit geweten, ik ben wel eens bij mensen thuis geweest waar ik ze heb zien liggen, maar ik dacht dat het een soort ornamenten waren.”

In Dordrecht en Pijnacker-Nootdorp vonden vergelijkbare initiatieven plaats. Daar nodigden politie en gemeenten burgers en eigen medewerkers uit in escaperooms die op het herkennen van ondermijning waren ingericht, de ene op een boot in de Dordtse jachthaven en de andere in een waardetransportauto bij het gemeentehuis in Pijnacker. Hier leerden zij om signalen van ondermijning te herkennen en foute keuzes te vermijden. Dat deden zij door onder tijdsdruk puzzels op te lossen, onder meer met betrekking tot mensenhandel en drugs- en geldtransporten. In Pijnacker-Nootdorp hadden aanwezigen zelfs de mogelijkheid om via een VR-bril een uitbuitingssituatie te ervaren.

Blootstelling aan nagebootste ondermijning is een goed begin. “Let op dit soort dingen: pik ze op, ga af op je gevoel… Je hoeft het niet zeker te weten, maar meld wat je ziet”, drukte de politiecoördinator zijn toehoorders bij het Roosendaalse rijtjeshuis dan ook op het hart.

Het volgende vlak waarop nog flinke stappen moeten worden gezet, is dat van verslaglegging en opvolging van zulke meldingen. Om namelijk De Jeugd van Tegenwoordig te citeren, uit een nummer dat ironisch genoeg over cocaïne gaat: “Een goed begin is het halve werk, maar een goed begin is maar de helft.”