Moderne technologieën zijn een
meer dan welkome aanvulling in de instrumentenbak van onze handhavers. Wanneer
deze technologieën slim en efficiënt worden toegepast, kunnen zij hét verschil
maken. Toch wordt de inzet van zulke middelen te vaak tegengehouden door
budgettaire beperkingen, bureaucratische rompslomp en politiek gekonkel.
Een recent incident in de
Utrechtse Geuzenwijk laat zien waar het vaak fout gaat. Nadat eerder deze maand
een vuurwerkbom in deze wijk flinke schrik en schade veroorzaakte, liet
burgemeester Sharon Dijksma nieuwe camera’s plaatsen om de aanhoudende overlast
tegen te gaan. Raadsleden maakten zich vervolgens vooral druk dat dit een
schending betrof van het coalitieakkoord, waarin was vastgelegd het
cameratoezicht in Utrecht niet verder uit te breiden. Wat de burgemeester deed
mag daarentegen ‘niet netjes’ zijn, maar is wel degelijk hoognodig.
81 camera’s in snelst groeiende stad van
Nederland
In het Utrechtse coalitieakkoord
uit 2018 spraken coalitiepartijen GroenLinks, D66 en ChristenUnie af dat het
aantal camera’s niet verder mocht worden uitgebreid. Dat betekent dat de handhaving
in Nederlands snelst groeiende stad het moet doen met de bestaande 75 vaste en
6 flexibele camera’s.
Van laatstgenoemde hingen er tot
een maand vóór de explosie twee in de Geuzenwijk. In de zes maanden van
cameratoezicht was de overlast in de wijk aanzienlijk afgenomen, zo blijkt uit
getuigenissen van buurtbewoners én overlastmeldingen bij de gemeente. Toch
verhuisden deze camera’s naar andere delen van de stad omdat ze daar ‘harder
nodig waren’, citeert het AD
uit een eerdere brief van de burgemeester aan de gemeenteraad.
De flexibele camera’s mogen in
Utrecht hoe dan ook maar drie tot zes maanden op dezelfde plek blijven hangen. Dergelijke
beperkingen verhinderen een duurzame handhaving op overlast. Het gevolg is namelijk
dat de camera’s vroegtijdig weer worden weggehaald en dat de overlast
terugkeert.
Buurt wordt geterroriseerd, maar afspraken zijn heilig
In de Geuzenwijk duurde het
slechts een paar weken voordat het weer goed mis was. Een zware explosie
vernielde ruiten, beschadigde auto’s en joeg omwonenden flink schrik aan.
Burgemeester Dijksma schafte twee nieuwe camera’s aan. “Er is overwogen om de
flexibele camera’s aan andere wijken te onttrekken, maar de problematiek is ook
elders in de stad dermate groot dat dit geen optie is”, lichtte zij haar
besluit toe aan de gemeenteraad.
De raadsleden van
coalitiepartijen D66 en GroenLinks namen met deze uitleg echter geen genoegen.
Zij noemen het probleem ‘heftig’ en ‘urgent’, spreken over een buurt die wordt
‘geterroriseerd’, maar vinden dat de ‘de burgemeester zich wel netjes aan de
afspraken met de raad [moet] houden’. Als iedereen er zo over zou denken,
blijft de overlast voortbestaan, zij het dat de overlastgevers zich aanhoudend
door de stad verplaatsen.
Vuurwerkbom is buitencategorie
Bovengenoemde overlast is van de
buitencategorie. Vaak betreft het eerder hangjeugd die luide muziek afspeelt,
fikkie stookt, mensen lastigvalt of softdrugs gebruikt, dan het afsteken van
een zware vuurwerkbom. Het probleem blijft echter hetzelfde. De lijsten met
locaties die handhavers controleren, worden alleen maar langer en het aantal
overlastmeldingen neemt fors toe. Dat komt deels door de coronamaatregelen. Aan
de ene kant zijn er meer verveelde jongeren op straat en aan de andere kant
kunnen omwonenden die evenzeer meer aan huis gebonden zijn, minder tolerantie
opbrengen.
Voor een belangrijk deel komt dat
echter ook doordat de handhaving met één hand op de rug moet werken. De
technieken – zoals camera’s die enkel binnen een bepaald tijdsbestek, bij
beweging of bij een vastgesteld geluidsniveau opnemen – zijn er, maar tegen de
inzet worden al dan niet terecht budgettaire, bureaucratische of principiële
bezwaren ingebracht. Ja, cameratoezicht kost geld, maar enkel opnemen bij
geluid, beweging of tussen gezette tijden beperkt die kosten al. Bovendien kost
het eveneens geld om mensen op locatie te houden en kunnen zij er niet de hele
dag blijven staan.
Een dergelijk systeem waarbij de
opname slechts wordt gestart wanneer een zeker geluidsniveau wordt
overschreden, beweging wordt gedetecteerd of op tijdstippen waarop de kans op
overlast het grootst is, neemt bovendien een deel van de privacybezwaren weg.
Door schending van de privacy van omwonenden te minimaliseren, zijn camera’s
verantwoord in te zetten en dienen zij enkel het veiligheidsbelang.
Moderne technieken noodzakelijk
Het alternatief biedt weinig
reden tot optimisme. We moeten grenzen stellen en daar hard op handhaven, maar
met de huidige middelen is dat niet altijd mogelijk. Zowel handhaving als
politie kampt met een tekort aan menskracht. Naast dat we onderbezet zijn, zijn
we bij het rijden van patrouilles al van veraf zichtbaar. Dat geeft de
overlastgevers meer dan genoeg tijd om uit het zicht te verdwijnen en zodra we
voorbij zijn, doodleuk weer terug te komen. Camera’s lossen dat probleem op,
doordat deze altijd ter plaatse aanwezig kunnen zijn en ons in staat stellen om
op de momenten waarop het er toe doet op afstand mee te kijken.
Kortom, moderne technieken zijn
noodzakelijk om moderne problemen aan te pakken. Als we daarover blijven
bekvechten, blijven we achter de (strafbare) feiten aan lopen.